Neospora

Wat is Neospora:

Neospora canium is een van de belangrijkste veroorzakers van verwerpen van kalveren bij koeien. Het betreft een ééncellige parasiet die in 1984 voor het eerst bij de hond werd onderkend, vandaar de toevoeging canium. Behandeling van besmette koeien is niet mogelijk. Besmette dieren zullen worden afgemaakt.

Hoe wordt een rund besmet met Neospora?

 Antwoord:

De belangrijkste besmettingsroute is van moeder op nakomeling. Een besmet en drachtig rund draagt de besmetting op 80% van de nakomelingen over. Dit is de zogenaamde verticale besmetting.
Daarnaast kan Neospora worden overgebracht van hond naar rund of andersom. Dit is de zogenaamde horizontale besmetting. De hond eet de nageboorte, de verworpen vrucht, vruchtwater of rauw vlees van een besmet rund en gaat na 12 à 13 dagen besmettelijke eitjes uitscheiden in zijn uitwerpselen. Wanneer deze uitwerpselen in het voer/drinkwater terechtkomen wordt het rund besmet. Dit kan op bedrijven een abortusstorm veroorzaken.

Wat is de invloed van stadshonden op verwerpen in verband met Neospora?

Antwoord

Iedere hond vormt een risico. Hoe meer contact met vee hoe groter het risico. Dus boerderijhonden vormen het grootste risico, maar ook burgerhonden kunnen besmet raken onder andere door het eten van rauw vlees of nageboorte uit het land. Een loslopende hond hoort niet in het land thuis.

Voor meer vragen en antwoorden over neospora kunt u terecht op onderstaande website www.gddeventer.com

Wat heeft Neospora met onze hondensport te maken:

Door wetenschappelijk onderzoek is komen vast te staan dat honden die in aanraking komen met besmet materiaal, de ziekte kunnen overbrengen op koeien. Bij besmet materiaal moet worden gedacht aan: uitwerpselen, nageboorte e.d. Hierdoor zijn er steeds meer boeren die niet meer willen dat we met onze honden speuren op hun weilanden en akkers om op deze wijze besmetting te voorkomen. Hoewel de eigen hond die op het erf loopt de meeste risico’s met zich meebrengt, adviseren dierenartsen die alleen met veehouders te maken hebben, hun cliënten ook om risico uit te sluiten en geen honden op de weilanden toe te laten. Dierenartsen die ook een kleine huisdieren praktijk hebben, denken hier wat genuanceerder over.

Het blijft echter een groot economisch risico!

Is het mogelijk/zinvol onze honden hierop te testen:

Onderzoek bij de hond is niet zinvol. De bloeduitslag van een hond is niet geschikt om de boer maatregelen te laten treffen i.v.m. een probleem bij de koeien. Als er antistoffen worden aangetoond in het bloed van een hond, betekent dit dat deze hond een infectie heeft doorgemaakt. Het is mogelijk dat deze hond dan oöcysten heeft uitgescheiden die door de koeien opgenomen kunnen worden, waardoor deze koeien zich dan kunnen infecteren.

De afwezigheid van antistoffen in het bloed van de hond sluit niet uit dat er wel een infectie heeft plaatsgevonden waarbij oöcysten uitgescheiden hadden kunnen worden.

Onderzoek van de ontlasting van de hond op de aanwezigheid van Neospora caninum-oöcysten is ook niet zinvol omdat er een korte uitscheidingsperiode is.

Wat kunnen we doen om boeren tegemoet te komen:

  • Voor een veehouder is het belangrijk om te voorkómen dat er een besmetting plaatsvindt van het veevoer met hondenontlasting.
  • Ook moet voorkómen worden dat honden zich besmetten door het eten van infectieus materiaal van de koeien, zoals nageboorte, vruchtwater, verworpen vruchten of rauw vlees.

Kringgroepbesturen dienen de volgende richtlijn in acht te nemen:

  • Kringgroepbesturen kunnen hun leden dringend vragen om de honden niet in de stallen of op het erf van de boeren te laten komen.
  • Zij kunnen hun leden opdragen ervoor zorg te dragen dat honden geen ontlasting in weilanden achterlaten. Honden moeten goed worden uitgelaten alvorens te gaan speuren. Eventuele ongelukjes dienen te worden opgeruimd!
  • Verder kunnen zij hun leden vragen om geen rauw vlees meer te voeren, maar dit eerst te koken. In de dierenwinkel is gekookt of gestoomd vlees/pens te koop. Dit geldt ook voor botten.
  • Kringgroepbesturen moeten in gesprek blijven met de boeren om zo aan te geven dat het neospora probleem bij hun bekend is en dat zij hier serieus mee omgaan.

                     In de gemeente Oude IJsselstreek wordt overwogen een aanlijngebod voor alle honden in te voeren!

                     Om op dit verhaal te reageren stuurden wij een brief naar de redactie van de Gelderlander:

Zoals zo vaak moesten ook nu weer zo nodig stukken worden weggelaten en komt de context van deze brief niet tot zijn recht. Hieronder publiceren we de brief zoals deze is ingezonden: Geachte redactie,   Met belangstelling heb ik het artikel “Boeren: geen hond in onze weides” van Wendy Muis in de Gelderlander van 22 april gelezen. In een redelijk omvangrijk artikel worden een aantal punten aangevoerd over de koeienziekte Neospora Canium en worden ook een aantal maatregelen opgesomd die door diverse gemeenten worden gehanteerd. Als hondenbezitter, maar zeker ook als voorzitter van een kringgroep voor Duitse herdershonden, ben ik direct belanghebbende als het gaat om het nemen van maatregelen. Ik zal u uitleggen waarom. Om onze africhtingsport te kunnen beoefenen, leren we onze honden ook het speuren aan. Dit gebeurt, uiteraard met toestemming van de boeren, op weilanden en akkers. Ondanks dat we gevestigd zijn in Gaanderen (gem. Doetinchem) heeft onze vereniging leden in diverse gemeentes in de achterhoek. Wij zijn dan ook goed op de hoogte van het ontstaan van Neospora, maar zeker ook van het voorkomen ervan. Wij onderhouden met de boeren, op wiens gronden wij oefenen, zeer goed contact en overleggen met hen ook over een zaak als Neospora. Inderdaad, de toevoeging Canium (latijns voor hond) geeft al aan dat de hond een grote rol speelt in de besmetting. Hier moet echter wel iets bij worden verteld. Honden kunnen alleen besmet raken als zij in aanraking zijn geweest met speeksel of nageboorte van koeien die besmet zijn. Als zij dan vervolgens hun ontlasting doen in de weilanden kan het inderdaad voorkomen dat een koe besmet raakt en haar kalf verwerpt. Dat dit voor de boer die dit overkomt een verlies is, is duidelijk. Uit het voorgaande blijkt echter dat de grootste besmettingskans zich voordoet bij de eigen boerderijhond. Dit is ook de reden waarom steeds meer boeren geen eigen hond meer willen hebben.
Wij leren onze honden dat zij zich niet mogen ontlasten in weilanden. Ik zit nu ongeveer 35 jaar in de hondensport en de keren dat ik heb meegemaakt dat een hond van onze vereniging zijn behoefte doet in een weiland zijn op de vingers van één hand te tellen. Bovendien wordt dit ook direct opgeruimd als het zich voordoet.   Ik ben van mening dat er wel erg snel een rigoureus besluit wordt genomen als honden nergens meer mogen loslopen. Hoe denkt u dat een werkhond met veel energie zich na verloop van tijd gaat gedragen als hij geen gelegenheid krijgt om eens lekker te rennen?   Hebben de boeren dan ongelijk met hun verzoek? Nee, zeker niet. Het is hun boterham en het is bijzonder vervelend als mogelijk door invloeden van buitenaf een koe haar kalf verwerpt. Door echter een maatregel te nemen die alle, dus ook de goedwillende, hondenbezitters treft, gaat mij te ver. De hondenbezitter moet ook gehoord worden, maar er zal vooral veel meer moeten worden gedaan aan voorlichting, zodat ook de hondenbezitter die niet ter zake kundig is, doordrongen wordt van het feit dat je niet zo maar een hond op andermans grond kunt uitlaten en zijn behoefte kunt laten doen.   Hier zit naar mijn idee de winst en als daar behoefte aan is, wil ik daar zeker mijn steentje aan bijdragen.     Met vriendelijke groet,   Gerard Besselink voorzitter VDH kringgroep Slingeland.  

Tegen het feit dat onze reactie is ingekort, hebben wij bezwaar gemaakt. De reactie van de Gelderlander is als volgt: Geachte heer Besselink,   Dank voor uw mail. Uw bijdrage was met 507 woorden helaas veel te lang. Bij onze brievenrubriek staat dat bijdragen maximaal 150 woorden lang mogen zijn. Wij moeten vrijwel alle brieven inkorten. Als we dat bij iedere brief vermelden, kost dat extra (kostbare) ruimte. De essentie van uw betoog is naar mijn mening overeind gebleven. Ik ga uw brief daarom niet opnieuw plaatsen, evenmin vermeld ik dat hij is ingekort. Overigens hebben wij wel degelijk het recht om brieven in te korten.  

Met vriendelijke groet,
 
Eelco van den Heuvel
Chef edities Achterhoek de Gelderlander
Postbus 25
7000 AA Doetinchem